Ze zeggen dat je cliënten krijgt die met problematiek komen die grenst aan je eigen thema’s. Nou, dat klopt.
Ik heb geleerd te redden. Toen ik 7 was werd mijn moeder ziek; ze kon plotseling niet meer lopen. Mijn zusje was 4. Door de ogen van dit kleine meisje kijkend was mijn perceptie: ik moet zorgen dat mama beter wordt. Als papa werkt moet ik stil zijn, geen ruzie maken, niet druk zijn. Ik heb geleerd heel goed aan te voelen wat een ander nodig heeft, en dat gevraagd of ongevraagd te regelen. Want het voelt als mijn verantwoordelijkheid, vanuit het perspectief van dat kleine meisje. Zo was het, totdat ik bij Phoenix leerde dat het daadwerkelijk mogelijk is om een last die niet van jou is, terug te geven.
En toen kwam Hendrik.
Een superslimme, leuke, energieke jonge vent. Die razendsnel kon analyseren en praten, en mij feilloos kon uitleggen wat zijn probleem was, waar het vandaan kwam en wat er nodig was. Wat een briljante manier is om weg te blijven bij waar het over gaat: zijn gevoel. Ook hij was oudste zoon, had een bipolaire moeder gehad, een afwezige vader en nu een manische depressieve vrouw, waar hij zielsveel van hield en voor wie hij het leven perfect wilde inregelen. Daarnaast ook 2 jonge kinderen en een razend drukke baan. Zo veel liefde. Zo veel inlevingsvermogen. Zo veel verantwoordelijkheidsgevoel. Zo veel volharding. En zo’n loodzware wereld op zijn nek. Hij was wel een beetje moe, bekende hij. En hij kwam ook niet meer echt aan zichzelf toe… Ik hoorde mezelf de vraag stellen die aan mij ook gesteld was: “waar is de schouder waar jij af en toe op kunt leunen?”
Ik heb een loodzwaar beeld van Ganesha in mijn kamer staan. Ik nodigde hem uit om te gaan staan. Ik gaf hem het beeld en zei: “kun je dit voor mij vasthouden?” Zonder nadenken nam hij het beeld van me aan. “Graag iets van je lichaam af,” zei ik, “zodat je goed kunt voelen hoe zwaar het is.” Een beetje niet begrijpend keek hij me aan, maar deed wat van hem gevraagd werd. Zo herkenbaar en al zo onderdeel van hetzelfde patroon. Natuurlijk doe ik wat je vraagt. Ik zag dat hij het zwaar vond en zei: “deze zware last is van je moeder. Het is belangrijk dat je die teruggeeft. Zij zit tegenover jou op deze stoel. Als je zover bent kun je dat aangeven.” Er veranderde iets in zijn houding. Het was niet meer gewoon een zwaar ding wat hij droeg, het kreeg iets heiligs. Iets wat hij koste wat het kost zou vasthouden. Hij ging rechtop staan, en er stroomde nieuwe energie door hem heen.
“Okay,” zei ik. “Nou, ik word wel een beetje moe van het staan, dus als je het niet erg vindt ga ik even lekker op de bank zitten en mijn kopje thee drinken. Ik liet hem staan en zag wat het deed. De eenzaamheid van het dragen werd voelbaar. Het ging mij door merg en been. En tegelijkertijd voelde ik het vertrouwen. Hij weet dat hij het niet kan, maar als hij het niet voelt gaat hij dit patroon niet doorbreken. “Ik laat je niet alleen”, zei ik. “Maar ik kan het niet voor je dragen. Het is niet van mij. Het is van haar.” En ik keek naar de stoel tegenover hem. Hij werd emotioneel, maar gaf niet op. Zijn hele lichaam was inmiddels aan het trillen en uiteindelijk brak hij. “Ik kan niet meer…” Het kwam eruit als een droge noodkreet. Ik kwam bij hem staan en liet hem de woorden herhalen die ik voorsprak, naar zijn moeder. Om zijn plek als kind weer in te kunnen nemen, en haar de plek van de ouder en de verantwoordelijke.
En toen gebeurde het. Het moment dat hij het beeld neerzette, zakte hij volledig in elkaar. Alle energie stroomde uit zijn grote, energieke en sportieve lichaam, zijn benen begaven het en even leek het zelfs alsof hij zijn bewustzijn verloor, maar dat was niet zo. Het was onwerkelijk, ontzagwekkend en raakte me diep. “Zo ver gaat dat dus… tot je erbij neervalt…” dacht ik.
Hij lag op de grond: ik zat naast hem. Na een paar minuten keek hij me met een soort ongeloof in zijn ogen aan en zei: “nu pas voel ik wat ik mijn hele leven gedaan heb.”
Ik denk dat we zo zeker 10 minuten gezeten hebben. Om dit helemaal in te laten dalen en de magie van de wijsheid die zich ontvouwde te ervaren. Beiden waren we geschrokken. Beiden waren we ontroerd. Beiden waren we dankbaar. En beiden waren we blij. Toen hij vertrok, waren zijn schouders licht en lag er een jongensachtige grijns om zijn mond. “Ik ga leuke dingen doen dit weekend,” zei hij. Ik glimlachte terug.
Dat was zijn laatste sessie…
Leave a Reply
Jouw email is veilig bij ons